Saturday, March 26, 2005

 

HET PARADIJS

________________________________________________________
NAARDEN OP DE SCHOP
Door de gebrekkige transporttechniek in vroeger jaren, werd bij aanleg en onderhoud van dijken en wegen, grond onttrokken aan de directe omgeving. Het grondverzet gebeurde met 'het handje'. Honderden polderjongens zwoegden door weer en wind met spade en kruiwagen. De D.U.W.-werkers uit de jaren dertig zijn er een zwakke afschaduwing van.
In het landschap zijn die werkzaamheden nog terug te vinden, zoals in de Buitendijken. Aan de voet van de zeedijk, van Naarden naar Muiderberg, vindt men nu nog rechthoekig gevormde slenken begroeid met gras en riet. (Niet bedoeld zijn de binnendijkse diepe kommen, ontstaan door dijkdoorbraken.) Zelfs de aanleg in 1928 van Rijksweg A1, leverde in die buurt een gat op, de nu beruchte geworden 'Lepelaar'.
In 1873 vond er in en om de Vesting veel grondverzet plaats. In het kader van de 'Nieuwe Hollandsche Waterlinie', werd de vesting versterkt. Ook de meest oostelijke punt van de linie beveiligde men door het huidige Fort Ronduit aan te leggen. Daartoe werd de grond tussen de 'Vuurlijn' en de Meent afgegraven ten behoeve van de fortwallen. Het ontstane lage terrein behoorde tot de vestingwerken. De Naardense boeren pachtten het en noemden het de 'Graszee'.
Tussen 1873 en de jaren dertig veranderde er weinig aan dit gebied. Het zeewater stroomde over de, met basaltblokken versterkte, overlaat naast het fort en vulde ook de buitendijkse vestinggrachten. De Zoute Gracht dankt daar zijn naam aan. Met het water kwam ook klei en zand mee. Langzamerhand slibden de buitengrachten (in het buitendijks gebied) dicht. Het werden rietvelden, zoals nu aan de westzijde van de fortweg.

"RONDUIT", "OVERLAAT" EN "GRASZEE"
TANKVERSPERRING 
Tijdens de mobilisatie van 1939 besloot de legerleiding de 'Nieuwe Hollandsche Waterlinie' weer in goede staat te brengen. Tussen de fortgracht en het IJsselmeer kwamen grote cilindervormige betonblokken met ingegoten spoorrails. Deze zogenaamde 'asperges' dienden als tankversperring. Men baggerde ook de buitengracht aan de oostzijde van de vesting uit, die heet sindsdien 'Tankval'. De klei uit de Tankval spoot men op twee omwalde plaatsen. Namelijk op de enveloppe aan de Zoute Gracht ter plaatse van bastion Katten en op de Graszee.
'Domeinen' beheerde het terrein tussen de Zoute Gracht en het IJsselmeer. Daaronder viel de buitendijkse enveloppe met de Vuurlijn, de wallen om en naar Fort Ronduit, de Graszee en de Overlaat.
Bovenstaand gebied werd, na de bevrijding in 1945, verpacht aan de Naardense boer H.W. de Gooijer. In die periode was dit gebied betrekkelijk ontoegankelijk voor buitenstaanders. De enveloppe met Vuurlijn was alleen bereikbaar door met een roeiboot via de Zeebrug de Zoute Gracht over te steken. Bovendien hadden de Duitsers vlak voor de bevrijding, de Zwarte Draaibrug in de fortweg, opgeblazen. Ook hadden ze weer een nieuwe tankversperring, tussen het fort en het IJsselmeer, aangebracht. Dit keer bestaande uit recht opstaande dikke boomstammen. De kade voor het fort en de overlaat waren voorzien van schijnopstellingen met dummy afweergeschut. (Om de geallieerde jagerpiloten te misleiden.) In grote U-vormige schuttersputten was een schuin opstaande lange houten paal geslagen. De paal werd links en rechts geflankeerd door een korte paal met daarop een groene zandzak ....

KUILEN 
Dit was de toestand, die Herman de Gooijer aantrof. 'Domeinen' verwachtte een goed beheer en gebruik van 't gebied. De boomstammen van de versperring verdwenen vanzelf, de gaten bleven. Buiten het normale werk moest de pachter deze kuilen dichtgooien. H.W. de Gooijer vindt dat vanzelfsprekend en in z'n eentje en met het handje ruimt hij deze obstakels op. Daarna kan begonnen worden met het omploegen van de Graszee. Deze akker, na het opspuiten, ook wel Kleiput genoemd, bestaat uit zware klei. Het is een zwaar karwei met een eenvoudige ploeg met een paard. Voldaan en tevreden bekijkt Herman zijn werk. Hij wordt daarbij gestoord door de komst van een groep militairen uit ons garnizoensplaatsje. De soldaten zijn gewapend met spaden. Een officier kondigt aan, dat op dit terrein een stormbaan wordt aangelegd. De Gooijer was tijdens de Eerste Wereldoorlog dienstplichtig sergeant. Hij voelt zich militair deskundig genoeg om de officier af te raden deze plaats uit te kiezen. Die vette natte klei zou leiden tot uitglijden en valpartijen. De officier laat zich niet overreden, hij vindt het moeilijk begaanbare terrein juist een pluspunt. Weldra wordt midden in de omgeploegde akker gegraven. Er komen sloten en omwalde kuilen. Palen worden geslagen en prikkeldraad wordt aangebracht. Als alles gereed is, na wekenlange arbeid door tientallen dienstplichtigen, zet nooit meer een militair zijn voet op de Graszee. Het eind van het liedje is, dat de pachter ook deze nieuwe gaten, sloten en kuilen met 'het handje' moet vullen. Alles uiteraard zonder schadevergoeding.
Het gras van de omliggende wallen wordt gehooid. Bij het maaien haalt Herman halsbrekende toeren uit op zijn maaimachine met paardentractie. De steilste hellingen worden met de zeis gemaaid, evenals de per boot bereikbare Vuurlijn en enveloppe. Het hooi van dit toenmalige eiland, wordt eerst op een dekschuit getast en in de Nieuwe Haven overgeladen op een hooiwagen. Na 1950 was dit niet meer nodig. Er kwamen houten bruggen bij de Oostbeer en het Vestingeiland.

MOORDPAADJE
Kort na het ontsluiten voor publiek van het Vestingpad, werd daar een meisje vermoord. Het maakte diepe indruk, zodat men al gauw van het 'Moordpaadje' sprak. Iedereen was begaan met het slachtoffer. (De normverruiming deed het medeleven nog niet uitgaan naar de moordenaar) Door de komst van het publiek neemt de hooiopbrengst af. Een deel van het hooi wordt ter plaatse opgeslagen. Als een hooischelf op de Overlaat in brand wordt gestoken door een onverlaat, maakt De Gooijer op die plek een graskuil. In de winter wordt telkens een vrachtje van dit sterk riekende kuilgras naar de boerderij gehaald om direct opgevoerd te worden. Ook de bietenkuil op de Graszee wordt dan regelmatig aangesproken. Met deze akker is Herman het meest tevreden. Hij verbouwt er voeraardappelen en bieten. Bij het opmeten van de grond in verband met 'poters' of zaaigoed, rekent hij nog met ouderwetse roeden. Er komt geen maatlat aan te pas. Hij 'treedt' het land af. Vier stappen is een 'roei'. Tijdens het stappen telt hij: "Dat..is..de..één, dat..is..de..twee, dat..is..de..drie, enz.

ZONDAGSJAGERS 
Rond Fort Ronduit wemelt het in de na-oorlogse tijd van het wild. Patrijzen, eenden, hazen konijnen enz. 'Domeinen' heeft de jacht dan ook verpacht aan zondagsjagers. Die jagers komen dan ook bij mooi weer met een van de zeldzame auto's in die armelijke naoorlogse jaren. Als ze het bastaardhondje Toppy van de boer zien, dreigen ze hem dood te schieten. Stel je voor dat de hond een konijntje vangt. Maar Toppy is meer geïnteresseerd in de ratten, die in de bietenkuil nestelen. Zelf knallen de jagers er lustig op los en ze maken zelfs riethutten in het IJsselmeer voor de eendenjacht. In de winter strijken wilde zwanen neer in de 'Koeienzee' bij de Overlaat. Sommige worden door 'stropers zonder jachtakte' gevangen en onthalst verkocht als kerstgans. Ook struint er regelmatig een Naarder stroper door het terrein. Zijn vallen worden regelmatig door De Gooijer en familie verwijderd. Na het bedreigen van een gezinslid (Nico de Gooijer) door de stroper, gaat Herman verhaal halen. De jonge stroper kruipt in zijn schulp als hij door 'een ouwe kerel' wordt uitgedaagd.
Herman voelt zich in de Graszee in zijn element. Niet vanwege de opbrengst van de grond, maar door de rust, stilte en mooie ligging. Zo werkend op de akker, omzoomd door wallen met struikgewas en bomen, voelt hij zich in het paradijs. In de familie- en kennissenkring noemt hij het steevast 'HET PARADIJS '. Na verloop van tijd is deze naam ook ingeburgerd buiten zijn kringetje.
Thans is het geen paradijs meer. Het is ten ondergegaan aan lawaai en benzinestank. Het hele gebied met grazende koeien is zonder veel tegenstand van B. en W. opgeofferd aan razende heilige koeien. Het juiste alternatief, de polderdijk van Almere, werd afgewezen. De eeuwenoude mooie kust verdween totaal. Het bleef bij beleefd protest, er was geen politieke munt uit te slaan.
________________________
Afbeeldingen:
blz. 110: Tankversperring d.m.v. cilindervormige betonblokken met
ingegoten stukken spoorrails.
blz. 111: Plattegrond van de noordzijde van Naarden, met het gebied tussen het IJsselmeer en de Zoute Gracht.
blz. 112: Krantenkop: 'Leerling-verpleegster te Naarden vermoord'.
blz. 114: Foto van het hek naar het Paradijs.

DE OMROEPER sept. 1988 - jrg. 1, nr. 1 (pag. 109/114)
____________________________________________________
BRONVERMELDING EN AANVULLINGEN
-----------------------------------------------------------------------
Vestingvaart Naarden . (met kaart van het gebied)
http://vestingvaart.nl/
------------------------------------------------------------------------
(Krantenartikel 1950)
Jongeman vermoordt verpleegster
Een moord, waarbij het motief van een ongelukkige liefde niet uitgesloten moet worden geacht, heeft Naarden in hevige beroering gebracht. De 23-jarige H.B. uit Haarlem heeft daar in de nacht van Zaterdag op Zondag een 20-jarige verpleegster mej. M.K. uit Joure met een dolkmes om het leven gebracht. Zondagmorgen heeft de Haarlemse recherche de dader in zijn woning aangehouden.
De Man had in een dronken bui in een café los gelaten dat hij ’s nachts te Naarden een 20-jarig meisje had vermoord. Men had in het café niet voldoende acht op zijn woorden geslagen. Later vertelde de haarlemmer het verhaal opnieuw aan de chauffeur van een taxi, die hem naar zijn woning bracht. De chauffeur verwittigde de Haarlemse recherche hiervan. Toen de politie de woning van de moordenaar binnen drong, troffen zij de man zwaar gewond aan . Hij had een poging tot zelfmoord gedaan.
Het eerste verhoor had tot resultaat, dat de man een volledige bekentenis aflegde. Nog dezelfde nacht is de man overgebracht naar een ziekenhuis in Haarlem, waar hem een bloedtransfusie werd toegediend. Zijn toestand is nog ernstig, maar niet levensgevaarlijk.
In de vroege Zondagmorgen stelde de Naardense recherche in samenwerking met een inspecteur en rechercheur uit Haarlem op de door de dader aangeduide plaats van het misdrijf in de nabijheid van het fort “Ronduit” aan de buitenkant van de Naardense vesting een onderzoek in. Daar werd het lijk aangetroffen.
De officier van Justitie te Amsterdam , mr. Wassenbergh, deelde mede, dat de jongeman en het meisje, vermoedelijk voor eerstgenoemde als militair naar Indonesië vertrok, elkaar zeer goed hebben gekend. Na zijn terugkomst scheen het meisje de relatie te hebben willen verbreken. Naar aanleiding hiervan is de jongeman vermoedelijk tot zijn vreselijke daad gekomen. Het slachtoffer stond gunstig bekend.
-----------------------------------------------------
Moord op de wallen.Op een vroege zondagmorgen in het voorjaar van 1950 vond de politie aan de buitenkant van de Naardense vesting het stoffelijk overschot van Martha K. leerling verpleegster in het Diaconessenziekenhuis . Voor de politie betekende de vondst het eind van een speurtocht, die in Haarlem in gang was gezet. Voor het Diaconessenziekenhuis betekent het een van de zwartste dagen uit de geschiedenis.
De avond daarvoor is de Haarlemse politie gealarmeerd door enkele cafébezoekers. Zij hebben de jongeman horen vertellen dat hij die avond in Naarden een moord heeft gepleegd op een 22-jarige leerling-verpleegster. De recherche zocht de jongeman op in zijn woning, waar hij in een poging zich zelf van het leven te beroven beide polsen had doorgesneden. Hij werd snel naar het ziekenhuis vervoerd. Een bloedtransfusie bracht hem daar snel bij bewustzijn waarna hij vervolgens een kort relaas van het gebeurde gaf. Hij vertelde de politie ook nauwkeurig, waar hij zijn daad had begaan. Zuster Daamen stond de avond toevallig bij het raam en ziet het stel nog wegwandelen, alsof het gisteren gebeurde. “Het was zo’n mooi kind. Alle jongens waren gek op haar. Die avond sta ik me wat voor het raam van de slaapkamer wat op te knappen. Ik zie die twee de voordeur uit komen en uit wandelen gaan. Ik dacht nog: “Wat een mooi stel, een mooie jongen en een mooi meisje’. En ze liepen daar zo prettig. En de volgende morgen om zes uur belde de politie. Zij veronderstelden dat het een van onze zusters was en vroegen of ik wilde gaan kijken.
Meteen na de vondst riep de besturende zuster het personeel van het ziekenhuis bij elkaar in de huiskamer om hen het verschrikkelijke nieuws mee te delen. Op verzoek van het ziekenhuis werd het ontzielde lichaam in het Diaconessenziekenhuis opgebaard. In de kapel was een rouwdienst. Dat was alles wat onze handen konden doen”
(Uit: ZORGZAAM DOOR DE JAREN - pagina 38)
__________________________
Enveloppe of bedekte weg :Het meest bekend zijn de Korte en de Lange Bedekte weg.

Vestingpad:Bij de enveloppe of bedekte weg, die naar de Oostdijk loopt, staat een bordje VESTINGPAD. Wanneer dit pad deze naam heeft gekregen, is onduidelijk. De aansluitende buitendijkse enveloppe draagt, sinds ca. 1950, ook deze naam.

Boomgat:Z-vormige waterverbinding in een bedekte weg tussen de buitengracht en de binnengracht. Naast de Oostbeer is een boomgat die de Zoute Gracht verbindt met de (sinds 1939) Tankval.
Zeebrug:
Onder de Zeebrug ligt de verbinding tussen de Oude Haven en de Zoute Gracht. Deze verbinding werd versperd door een zware boom, die met een hangslot was gesloten. Om met een boot in de Zoute Gracht te komen, moest eerst een sleutel worden opgehaald in de Weeshuiskazerne.

Militair terrein:Ten behoefde van het pachten van (voor burgers) verboden militair terrein, zoals bastion Katten of Fort Ronduit was een pasje nodig. De militaire commandant schreef deze ‘documenten’ uit. De boeren verstrekten zelf de persoonlijke gegevens van hun hooibouwers. Herman de Gooijer was een trotse en autoritaire man. Op zijn pasje liet hij als zijn lengte zetten, 1,76 meter. Bij zijn 19 jarige zoon liet Herman zetten 1,75 meter, hoewel diens lengte bij de militaire keuring 1,81 meter was.
-----------------------------------------------------------------------
Reactie op ingezonden stuk in de Naarder Koerier: (Venster op de snelweg – 05-03-2004)
Het Moordpaadje en het Paradijs:Als 6-jarig jongetje ben ik in de winter van 1939/1940 via het ijs de Zoute Gracht over gestoken. Het was de eerste keer dat ik op het ‘Vestingpad’ (buitendijkse enveloppe) ben geweest . Van 1945 tot 1967 werd dat pad met het omliggende gebied door mijn vader van Domeinen gepacht. Juni 1945 liep ik voor de tweede maal op het vestingpad. Tot 1950 moest het hooi van de wallen daar (hoofdzakelijk van de Vuurlijn) met een zolderschuit naar de Oude Haven gevaren worden. In 1950 werden de houten bruggetjes aangelegd bij de Oostbeer en het Vestingeiland. Kort na de openstelling van het pad vond dar een moord plaats. Sindsdien stond het pad in onze familie bekend als het Moordpaadje. De buitenwallen daar bestonden (bestaan) uit grote kuilen. Het Nederlandse leger had in 1939 in de wallen loopgraven aangelegd. De houten planken waren verdwenen, maar die lelijke kuilen zijn altijd gebleven. Ca 1950 heeft de gemeente Naarden langs het vestingpad nieuwe bomen geplant. (alle oude bomen waren in de hongerwinter gekapt. ) Deze bomen van ca. 1950 blijven uiteraard langs het pad staan. De wallen moeten eindelijk eer in model gebracht worden. --- Wat mij steekt is het volgende: Ooit heb ik in het blad DE OMROEPER geprotesteerd tegen de aanleg van de “WEG OM DE NOORD” Iedereen vond het verder geweldig, weer zo’n ‘mooie’ weg. De hele IJsselmeerkust (Koeienzee) ging naar de bliksem. Niemand protesteerde. Nu vallen sommige mensen over een kleine ingreep. Waar was iedereen ten tijde van de aanleg van deze overbodige weg. Deze weg had van de Stichtse Brug, via de dijk van Almere, naar de Hollandse brug kunnen lopen. Nu is die mooie eeuwenoude IJsselmeerkust (Zuiderzeekust) voor altijd verloren gegaan.
____________________________________________________________

De Wereld van Martin Bril
20 augustus 2008
SNELWEGPANORAMA

Ik dacht aan een ander panorama dat ik die dag had gezien, op de heenweg.
Een kilometer of twintig buiten de hoofdstad passeert de A1 het stadje
Naarden.
Weinig van te zien.
Behalve, vlak voor de parkeerplaats Ronduit, uitzicht op De Grote Kerk uit
1440. Weilanden, maïs, een enkel schaap, gemaaide velden, bosranden, en
daarboven die dikke, machtige kerk van Naarden. Rechts van de weg.
Jaren kwam ik erlangs zonder er oog voor te hebben, maar sinds een paar
maanden valt iedere keer bij Naarden mijn mond open. Alsof je even door
een aflevering van Floris rijdt. Het is ook nog eens een uitzicht dat vrij
lang standhoudt, en voortdurend verandert, zonder tussenkomst van de
moderne wereld van bijna zeshonderd jaar later. Wel een kilometer lang
ligt daar het landschap eeuwig te zijn, en torent die kerk boven de bomen
uit.

_________________________________________________________
F.J.J. de Gooijer

translate.google.com in English

http://naarden-graszee-paradijs.blogspot.com/

http://gooijer.nl.jouwpagina.nl/
BUITENDIJKS NAARDEN 

Voor afbeeldingen en foto's, zie:
http://gooiland.vijftigplusser.nl/

Gastenboek
http://erfgooijers.write2me.nl/

NAARDERNEZEN 
Gratis website teller

Labels:


Comments: Post a Comment

<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?